© Cor Faber en Ellen Bijma
Laatste onderhoud website december 2023
In
de
loop
van
de
tijd
heb
ik
de
nodige
dingen
verzameld.
Daaronder
vallen
munten,
modellen van oorlogstuig en zo nog andere dingen.
Hieronder een overzicht daarvan.
Verzameling
Vanaf
augustus
1936,
kort
na
het
uitbreken
van
de
opstand,
werd
het
transport
van
Moorse
soldaten
van
Marokko
naar
het
vasteland
van
Spanje werd eerst gedaan met schepen.
Dat
bleek
echter
te
gevaarlijk:
je
kon
tenslotte
met
een
goedgericht
schot
in
één
keer
een
paar
duizend van die soldaten naar de bodem sturen.
En
dus
werd
Hitler
gevraagd
om
vliegtuigen
te
sturen. Dat werden de Junker 52 vliegtuigen.
In
totaal
zijn
er
zo’n
80.000
van
die
soldaten
naar
Spanje
gebracht
om
mee
te
vechten
aan
de
kant
van Franco.
Onderdeel
van
het
Duitse
Condor
Legioen,
waren
deze Messerschmitt BF190E.
Ze
waren
voorzien
van
nationalistische
herkenningstekens
op
de
vleugels
en
de
staart.
Op
deze
manier
kon
Duitsland
ontkennen
er
iets
mee
te
maken
te
hebben.
Vanwege
het
non-
interventiepact
was
het
niet
toegestaan
om
hulp
te sturen naar Spanje in welke vorm dan ook.
De
aanwezigheid
van
Duitsland
in
Spanje
werd
simpelweg
genegeerd.
Men
wilde
dat
land
niet
voor het hoofd stoten en zo een conflict uitlokken.
Een
Russische
Polikarpov
SPB,
bijgenaamd
“Katiushka”.
Net
als
de
Duitse
vliegtuigen
voorzien
waren
van
nationalistische
herkenningtekens,
droegen
deze
vliegtuigen
herkenningstekens
van
de
Spaanse
republiek.
Dit
vanwege
dezelfde
redenen
als
Duitsland:
de
betrokkenheid
mocht
niet
ontdekt
worden.
Onnodig
natuurlijk,
net
als
de
Duitse
betrokkenheid was het een publiek geheim.
Van
1936
tot
1937
leverde
Rusland
zo’n
70
van
deze bommenwerpers.
In
1917
kwamen
de
eerste
tanks
van
de
band
gerold.
Er
werden
ongeveer
4.500
geproduceerd
en
veel
landen
kochten
ze.
Korte
tijd
deden
ze
dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Het
stond
model
voor
de
latere
moderne
tanks:
de
chauffeur
voorin
en
op
een
geschutskoepel
boven
op.
Veel
meer
dan
een
twee-persoonsharnas
met
rupsbanden was het niet.
Mijn
grootvader
smokkelde
er
32
van
van
Polen
naar
de
noordkust
van
Spanje
(zie
Reis
naar
de
Spaanse Burgeroorlog
).
Nederland
schafte
er
destijds
een
aan
voor
testdoeleinden.
In
het
oorlogsmuseum
in
Overloon
is
nog
een
exemplaar aanwezig.
In
2016
was
ik
in
Spanje
in
Tolosa,
60
kilometer
ten
zuiden
van
San
Sebastian
/
Donostia.
In
dat
stadje
heeft
mijn
grootvader
in
1937
een
maand
in
de
gevangenis
gezeten
onder
erbarmelijke
omstandigheden.
In
2005
werd
het
gebouw
verbouwd
tot
internationaal
poppenmuseum.
De
directrice
Idoja
drukte
toen
een
spijker
van
een
van
de
cellen
achterover
als
aandenken.
Die
mocht
ik
even
vasthouden
en
toen
zei
ze
dat
ik
hem
mee
mocht
nemen.
Voor
ieder
ander
misschien
gewoon
een
roestig
stukje
metaal,
voor
mij
een
ding met een historische en persoonlijke waarde.
In
het
gemeentearchief
zag
ik
de
bouwplannen
voor
de
gevangenis.
Die
waren
van
1851-
deze
spijker dus ook minimaal.
In
1937,
tijdens
de
Spaanse
Burgeroorlog,
probeerde
Baskenland
onafhankelijk
te
worden.
Een
belangrijke
stap
daarin
was
het
hebben
van
eigen
geld.
Hier
zie
je
de
1
en
2
peseta
munten.
Op
deze
munten
verscheen
de
Baskische
naam
van
de
regio:
Euskadi.
Er
werden
ook
bankbiljetten
uitgegeven,
maar
het
ging
de
regering
te
ver
om
daar
ook
die
Baskische
naam
op
te
zetten.
De
munten
werdeb
geslagen
in
België.
Een
25
centimos
munt
uitgegeven
door
Franco
al
tijdens de Spaanse Burgeroorlog.
Alhoewel
op
de
munt
het
jaartal
1937
staat,
is
de
munt
pas
het
jaar
daarop
daarwerkelijk
uitgegeven.
Het
symbool
op
de
munt
lijkt
dat
van
de
fascistische
partij
de
Falange
te
zijn.
Zij
hebben
het
echter
gekopieerd
van
het
wapen
van
koning
Ferdinand van Aragon, eind 15e eeuw.
Op
24
juli
1938
werd
begonnen
met
de
Slag
bij
de
Ebro.
De
nationlisten
waren
er
in
geslaagd
om
door
te
breken
naar
de
Middelandse
Zee
en
zo
het
gebied
van
de
republikeinen
in
tweeën
te
delen.
De
bedoeling was om dit terug te draaien.
Het
mislukte
falikant.
Franco
liet
o.a.
de
sluizen
van
de
Ebro
in
de
buurt
van
de
Pyreneeën
openzetten
waardoor
alle
tijdelijke
bruggen
van
de
republikeinen
werden
weggeslagen
en
opmars
bijna onmogelijk werd.
Op
26
november
was
het
duidelijk
dat
het
mislukt
was
en
het
was
uiteindelijk
de
nekslag
voor
de
republiek:
4
maanden
later
capituleerde
de
republiek.