© Cor Faber en Ellen Bijma
Laatste onderhoud website december 2023
Dit artikel is opgedeeld in 4 delen:
- deel 1: de aanloop naar de burgeroorlog
- deel 2: het verloop en afloop
- deel 3: het tijdperk Franco
- deel 4: Spanje na Franco
Het
artikel
pretendeert
niet
volledig
te
zijn,
maar
moet
een
indruk
geven
van
deze periode's.
Met
het
uitroepen
van
de
overwinning
door
Franco
op
1
april
1939
eindigde
de
Spaanse
Burgeroorlog
(1936-1939).
Het
begon
op
18
juli
1936
met
een
militaire
opstand
in
Spaans
Marokko
die
als
doel
had
een
staatsgreep
te
plegen
en
de
regering
in
Madrid
omver
te
werpen.
En
zo
begon
de
dictatuur
van
generaal
Franco.
Een
dictatuur
die
zou
duren
tot
zijn
overlijden
op
20
november
1975.
Ook
een
dictatuur
die
misschien
geen
totalitair
regime
genoemd
kan
worden,
maar
daar
wel
heel
veel
eigenschappen
van
heeft
gehad.
Deel 1: De aanloop
Hoe
heeft
die
oorlog
zo
ver
kunnen
komen?
Een
oorlog
begint
niet
met
het
eerste
schot.
Ergens
daar
voor
is
al
onrust
ontstaan.
Hoe
ver
terug
in
de
tijd
moet
je
gaan
om
te
begrijpen
waarom
de
Spaanse
Burgeroorlog
er
kwam?
Eigenlijk
kun
je
eeuwen
terug
gaan.
De
bevolking
van
Spanje
was
al
die
tijd
onderdrukt
en
uitgebuit.
Aan
de
macht
was
feitelijk
een
elite:
grootgrondbezitters
en
ook
de
katholieke
kerk.
Die
laatste
was
overigens
ook
gelijk
de
grootste
bezitter
van
land
en
de
macht
van
de
kerk
was
overal
in
de
maatschappij
terug
te
vinden.
Alleen
het
kerkelijk
huwelijk
was
toegestaan,
echtscheiding
was
dat
niet.
Ook
het
onderwijs
was
in
handen
van
de
kerk
en
geestelijken
werden
betaald
door
de
staat.
Er
wordt
wel
eens
beweerd
dat
zelfs
de
atheïsten
in
Spanje
katholiek
waren
en
zijn.
Landarbeiders
moesten
tegen
een
hongerloon
16-20
werken
op
het
land,
evenals
mijnwerkers
dat
moesten in Asturië en arbeiders in fabrieken.
Aan
het
begin
van
de
20e
eeuw
was
er
nog
steeds
niet
veel
veranderd.
Spanje
leefde
feitelijk
nog
steeds
in
de
middeleeuwen.
In
de
landbouw
was
nauwelijks
mechanisatie
en
industrie
was
er
wel,
maar
alleen
mondjesmaat
in
de
regio's
Catalonië
en
Baskenland.Ook
het
leger
had
een
hoge
status
en
mag
je
tot
de
elite
rekenen.
Het
leger
was
wel
wat
uit
zijn
krachten
gegroeid:
Op een bepaald moment was er één officier op elke vijf soldaten.
Maar
in
de
jaren
20
begon
het
te
broeien
in
Spanje,
er
kwam
sociale
onrust
omdat
het
gewone
volk
het
niet
meer
pikte.
Dat
was
in
andere
landen
al
enige
tijd
gaande.
Aan
het
einde
van
de
19e
eeuw
waren
er
in
diverse
westerse
landen
zoals
het
Verenigd
Koninkrijk
en
Nederland
al
veel
dingen
veranderd
op
sociaal
gebied.
Denk
ook
aan
de
Russische
revolutie
in
1917
waar
de
bevolking het niet langer pikte.
Socialisme,
communisme
en
anarchisme
begonnen
in
Spanje
vaste
voet
te
krijgen.
Het
communisme
niet
in
de
laatste
plaats,
omdat
het
Rusland
van
Stalin
mensen
naar
Spanje
stuurde
om
invloed
te
krijgen
en
uit
te
oefenen.
Stalin
maakte
handig
gebruik
van
de
sociale
onrust
en
zou
het
wel
prettig
vinden
als
zijn
invloed
in
Spanje
groot
zou
worden.
Zo
zou
dat
land
een
soort
satelliet
staat
kunnen
worden.
Daar
zal
de
controle
over
de
toegang
tot
de
Middellandse Zee en er uit beslist een rol gespeeld hebben.
Over
communisme
en
anarchisme.
Die
twee
verschillen
in
ieder
geval
in
de
basis.
Waar
communisme
toch
een
centraal
bestuur
vereist,
ontbreekt
dit
bij
anarchisme
volledig.
Iedereen
heeft
evenveel
te
zeggen.
Daar
is
natuurlijk
veel meer over te vertellen.
De
altijd
aanwezige
drang
om
onafhankelijk
te
worden
begon
in
de
regio's
Catalonië,
Galicie
en
Baskenland
weer
een
rol
te
spelen.
Er
zijn
tenslotte
altijd
mensen
die
onrust
gebruiken
om
er
zelf
beter
uit
tevoorschijn
te
komen.
Spanje
mag
dan
misschien
geografisch
één
land
zijn,
wat
de
verschillende
regio's
betreft
is
het
dat
niet.
Het
is
een
verzameling
van
landjes
met
toch
vaak
een
hele
andere
cultuur
en
mentaliteit.
Dat
is
altijd
zo
geweest
en
nog
steeds zo.
In
2017
werd
in
Catalonië
wederom
de
onafhankelijkheid
uitgeroepen
en
wederom
werd
er
door
de
regering
in
Madrid
hard
ingegrepen.
Of
je
het
daar
mee
eens
bent
of
niet,
het
is
begrijpelijk
vanuit
de
kant
van
de
regering.
Wanneer
men
die
onafhankelijkheid
zou
accepteren,
zou
bijvoorbeeld
Baskenland
de
gelegenheid
ook
aangrijpen,
misschien
naar
Catalaans
voorbeeld.
In
1931
veranderde
Spanje
van
een
monarchie
onder
koning
Alfonso
XIII,
in
een
parlementaire
democratie.
Het
stond
bekend
als
de
2e
republiek.
De
1e
was
van
1872
tot
1874.
Het
bleek
een
totale
mislukking
en
het
land
werd
weer een koninkrijk.
In
1931
werd
koning
Alfonso
XIII
weggestuurd
en
ging
in
ballingschap
in
Portugal.
Volgens
sommige
verhalen
zou
hij
zelf
vertrokken
zijn
omdat
hij,
zo
zou
hij
gezegd
hebben,
"bang
was
Spanje
in
een
burgeroorlog
te
storten".
Vrije
verkiezingen
vonden
plaats
en
een
linkse
socialistische
regering
kwam
aan de macht. Er veranderde veel...
-
de
kerk
moest
in
het
vervolg
zelf
maar
zijn
priesters
betalen.
Het
onderwijs
werd
bij
de
kerk
weggehaald
(binnen
twee
maanden
openden
10.000
nieuwe
scholen).
-
het
burgerlijk
huwelijk
werd
ingevoerd,
echtscheiding
was
nu
wel
toegestaan.
- vrouwen kregen kiesrecht.
- landeigenaren werd hun land afgenomen en aan landarbeiders gegeven.
-
het
leger
werd
gereorganiseerd.
Zo'n
8.000
officieren
werden
naar
huis
gestuurd.
Wel
met
behoud
van
hun
inkomen,
bang
als
men
was
voor
een
opstand.
Spanje
moest
een
moderne
socialistische
staat
worden.
Dit
alles
gebeurde
in
een
periode
van
twee
jaar,
voor
zo
ver
dat
tenminste
lukte.
Veel
te
snel,
de
elite
kwam
in
hevig
verzet.
In
1932
pleegde
generaal
Sanjurjo
een
poging
tot
staatsgreep
die
mislukte.
Deze
generaal
gaan
we
later
weer
tegenkomen
als
een
van
de
degenen
die
de
opstand
in
1936
initieerde.
Overigens
kreeg
Sanjuro
een
wel
heel
boze
brief
van
Franco
over
die
poging
tot
staatsgreep;
jawel,
diezelfde
die
later
de
Spaanse
Burgeroorlog
leidde
en
als
dictator
aan
de macht kwam.
In
1933
moesten
er
nieuwe
verkiezingen
komen
en
dat
resulteerde
in
een
rechts
conservatieve
regering.
Maar
de
onrust
werd
echter
alleen
maar
groter.
Nog
meer
kerken
werden
in
brand
gestoken,
nog
meer
geestelijken
verkracht,
gemarteld
en
vermoord.
Evenals
landeigenaren
die
uit
wraak
gelynched
werden.
Politieke
moorden
waren
aan
de
orde
van
de
dag.
De
ene
staking volgde de andere op.
In
1934
verklaarde
Catalonië
zich
onafhankelijk,
voor
de
zoveelste
keer
en
net
als
alle
andere
keren
met
harde
hand
door
Madrid
teruggefloten.
Baskenland
kreeg
verregaande
autonomie,
kreeg
als
gevolg
daarvan
in
1937
(tijdens de burgeroorlog) zijn eigen geld.
Ook
in
1934,
brak
er
een
staking
uit
onder
mijnwerkers
in
de
regio
Asturië,
aan
de
noordkust
van
Spanje.
Die
staking
werd
met
harde
hand
gebroken,
geregiseerd
door,
daar
is
hij
weer,
Franco.
Aan
het
neerslaan
van
de
staking
deden
ook
soldaten
uit
Spaans
Marokko
mee,
soldaten
die
in
de
uiteindelijke
Spaanse
Burgeroorlog
een
bepalend
aandeel
hadden
in
de
overwinning
van
Franco.
Dat
breken
van
de
staking
kostte
uiteindelijk
rond
de
1.600
mensen
het leven.
Spanje was bezig uit elkaar te vallen!
Franco
Alfonso XIII