© Cor Faber en Ellen Bijma
Laatste onderhoud website december 2023
Het beleg van het Alcázar
De
Spaanse
Burgeroorlog
begon
op
18
juli
1936
als
opstand
om
na
zo’n
twee
maanden
te
ontaarden
in
een
daadwerkelijke
burgeroorlog.
Op
1
april
1939,
bijna
drie
jaar
later
kwam
de
oorlog
tot
een
einde
met
de
val
van
de
hoofdstad Madrid.
Toch
had
de
opstand
na
twee
maanden
al
tot
een
einde
kunnen
komen,
ware
het
niet
dat
generaal
Franco
een
strategisch
beslissing
nam
die
dat
snelle einde had kunnen betekenen. Hoe zat dat dan?
In
de
stad
Toledo,
60
kilometer
ten
zuiden
van
Madrid,
bevindt
zich
het
Alcázar.
Het
Alcázar
was
een
opleidingsgarnizoen
voor
officieren
van
het
Spaanse leger. Tegenwoordig is er een bibliotheek en museum in gevestigd.
Voor
1931,
toen
Spanje
nog
een
koninkrijk
was
onder
Alfonso
XIII,
stond
het
Alcázar
in
hoog
aanzien
omdat
het
leger
toen
nog
in
groot
aanzien
stond. Uiteraard met name binnen het leger zelf.
Maar
het
leger
was
uit
zijn
krachten
gegroeid
–
op
elke
vijf
soldaten
was
er
één
officier.
Voor
1931
bevonden
zich
op
enig
moment
zo’n
1.000
cadetten
in opleiding in Toledo.
Al
in
de
derde
eeuw
werd
het
fort
Alcázar
gebouwd
door
de
Romeinen
en
heeft
het
altijd
een
belangrijke
rol
gespeeld,
mede
door
het
feit
dat
Toledo,
eerder
dan
Madrid,
de
plaats
was
waar
de
politiek
zich
afspeelde.
In
die
rol
is dus het Alcázar meegegaan als belangrijk symbool voor de militairen.
Met
het
uitroepen
van
de
republiek
in
1931
besliste
de
regering
dat
het
aantal
officieren
teruggebracht
moest
worden
en
8.000
officieren
werden
naar
huis
gestuurd.
Wel
met
behoud
van
hun
uitkering,
bang
als
men
was
dat er een opstand zou uitbreken.
Daarnaast
werd
het
aantal
op
te
leiden
cadetten
in
het
Alcázar
van
1.000
teruggebracht
naar
100.
Dat
stak
het
leger
behoorlijk
en
de
status
van
de
academie werd danig aangetast.
Toen
de
opstand
op
18
juli
1936
uitbrak,
gingen
burger
milities
van
Madrid
snel
in
de
richting
van
Toledo
om
het
Alcázar
te
belegeren
en
te
veroveren.
Als
symbool
voor
de
nationalisten
zou
dit
een
overwinning
zijn.
Strategisch
stelde
het
Alcázar
niet
veel
voor
maar
het
zou
meer
een
morele
dan
een
strategische overwinning zijn.
Op
het
moment
van
het
uitbreken
van
de
opstand
waren
de
cadetten
met
vakantie.
Een
officier
kreeg
de
opdracht
om
zo
veel
mogelijk
cadetten
terug
te
halen
naar
het
Alcázar.
Dit
lukte
slechts
in
zes
gevallen,
de
rest
was
onvindbaar of wilde onvindbaar zijn.
Voordat
het
feitelijk
beleg
begon
heeft
een
groep
anarchisten
zich
bij
de
groep
in
het
Alcázar
gevoegd,
samen
met
vrouwen
en
kinderen,
ook
van
de
officieren.
Op
zich
opmerkelijk
gezien
het
feit
dat
anarchisten
eerder
geneigd
waren
zich
aan
te
sluiten
bij
de
republiek.
Ook
weer
niet
zo
vreemd
als
bedenkt
dat
de
anarchisten
eigenlijk
een
groep
waren
(en
zijn)
die
alleen voor hun eigen zaak gaan en geen hiërarchie (willen) kennen.
Het
beleg
zou
twee
maanden
duren,
twee
maanden
met
in
het
Alcázar
gebrek
aan
zo
ongeveer
alles
omdat
bevoorrading
onmogelijk
was.
De
oorzaak
van
dat
langdurige
beleg
moet
met
name
gezocht
worden
in
het
feit
dat
de
straten
en
straatjes
van
Toledo
meer
weg
hebben
van
een
doolhof
dan
een
overdachte
planning.
Het
is
feitelijk
een
nachtmerrie
voor
degenen
die
een
poging
wilden
wagen
om
een
kaart
te
maken
van
de
stad
Toledo.
Met
name
door
het
gebrek
aan
overzicht
van
de
stad,
hadden
de
milities
uit
Madrid
de
grootste
moeite
om
aanvallen
te
plannen.
Wel
werd
door
inmiddels
aangevoerde
artillerie
en
bommenwerpers,
het
Alcázar
zwaar
beschadigd.
Op
zeker
moment
haalde
men
er
zelfs
mijnwerkers
uit
de
regio
Asturië
bij
om
gangen
te
graven
onder
de
Alcázar.
Na
het
graven
werden
explosieven
tot
ontploffing
gebracht
onder
het
gebouw.
De
effecten
daarvan
bleken
overschat
te
zijn,
maar
er
kwamen
toch
gaten
waardoor
men
aanvallen
kon
ondernemen.
Het
beleg
duurde
tot
medio
september.
Generaal
Franco
was
vanaf
half
juli
met
zijn
leger
van
Moren
en
Spaanse
Vreemdelinglegioen
op
weg
naar
Madrid.
Het
idee
was
om
Madrid
zo
snel
mogelijk
in
te
nemen,
voordat
men
daar
de
verdediging
op
orde
zou
hebben.
Met
het
daadwerkelijk
omver
werpen
van
de
regering
daar,
zou
de
opstand
snel
klaar
zijn
en
Spanje
aan
de dictatuur onderworpen worden.
Gezien
echter
de
symbolische
waarde
van
het
Alcázar,
besloot
Franco
eerst
dat
te
gaan
ontzetten.
Het
zou
hem
veel
aanzien
bezorgen
van
de
kant
van
de
nationalisten
en
de
republiek
een
gevoelige,
zij
het
symbolische
slag
toebrengen.
Aanzien
wat
hem
eerder
gelukt
was
bij
de
Moren
en
het
Vreemdelingenlegioen
die
hij
de
nodige
overwinningen
had
bezorgd
in
Spaans
Marokko.
Aanzien
wat
er
ook
voor
gezorgd
had
dat
die
soldaten
hem blindelings gevolgd waren naar het vasteland van Spanje.
Uiteindelijk
werd
het
Alcázar
inderdaad
ontzet
door
Franco,
maar
het
zorgde
er
wel
voor
dat
de
opmars
naar
Madrid
met
zo’n
drie
weken
vertraagd
was.
Drie
weken
waarin
Madrid
er
voor
zorgde
dat
de
verdediging
goed
genoeg
in
orde
was
om
de
aanvallen
van
Franco
nog
ruim
twee jaar af te slaan.
Franco
heeft
het
Alcázar
volledig
laten
herbouwen
om
er
weer
een
opleidingsgarnizoen
van
te
maken.
Vanzelfsprekend
als
je
aan
de
symbolische
waarde
er
van
denkt.
Tegenwoordig
is
het
een
bibliotheek
en
museum.
Het Alcázar tegenwoordig
Het Alcázar veranderd in een puinhoop