De Spaanse Burgeroorlog (1936-39)
Je bent bezoeker
© Cor Faber en Ellen Bijma Laatste onderhoud website maart2024
Het beleg van het Alcázar De Spaanse Burgeroorlog begon op 18 juli 1936 als opstand om na zo’n twee maanden te ontaarden in een daadwerkelijke burgeroorlog. Op 1 april 1939, bijna drie jaar later kwam de oorlog tot een einde met de val van de hoofdstad Madrid. Toch had de opstand na twee maanden al tot een einde kunnen komen, ware het niet dat generaal Franco een strategisch beslissing nam die dat snelle einde had kunnen betekenen. Hoe zat dat dan? In de stad Toledo, 60 kilometer ten zuiden van Madrid, bevindt zich het Alcázar. Het Alcázar was een opleidingsgarnizoen voor officieren van het Spaanse leger. Tegenwoordig is er een bibliotheek en museum in gevestigd. Voor 1931, toen Spanje nog een koninkrijk was onder Alfonso XIII, stond het Alcázar in hoog aanzien omdat het leger toen nog in groot aanzien stond. Uiteraard met name binnen het leger zelf. Maar het leger was uit zijn krachten gegroeid op elke vijf soldaten was er één officier. Voor 1931 bevonden zich op enig moment zo’n 1.000 cadetten in opleiding in Toledo. Al in de derde eeuw werd het fort Alcázar gebouwd door de Romeinen en heeft het altijd een belangrijke rol gespeeld, mede door het feit dat Toledo, eerder dan Madrid, de plaats was waar de politiek zich afspeelde. In die rol is dus het Alcázar meegegaan als belangrijk symbool voor de militairen. Met het uitroepen van de republiek in 1931 besliste de regering dat het aantal officieren teruggebracht moest worden en 8.000 officieren werden naar huis gestuurd. Wel met behoud van hun uitkering, bang als men was dat er een opstand zou uitbreken. Daarnaast werd het aantal op te leiden cadetten in het Alcázar van 1.000 teruggebracht naar 100. Dat stak het leger behoorlijk en de status van de academie werd danig aangetast. Toen de opstand op 18 juli 1936 uitbrak, gingen burger milities van Madrid snel in de richting van Toledo om het Alcázar te belegeren en te veroveren. Als symbool voor de nationalisten zou dit een overwinning zijn. Strategisch stelde het Alcázar niet veel voor maar het zou meer een morele dan een strategische overwinning zijn. Op het moment van het uitbreken van de opstand waren de cadetten met vakantie. Een officier kreeg de opdracht om zo veel mogelijk cadetten terug te halen naar het Alcázar. Dit lukte slechts in zes gevallen, de rest was onvindbaar of wilde onvindbaar zijn. Voordat het feitelijk beleg begon heeft een groep anarchisten zich bij de groep in het Alcázar gevoegd, samen met vrouwen en kinderen, ook van de officieren. Op zich opmerkelijk gezien het feit dat anarchisten eerder geneigd waren zich aan te sluiten bij de republiek. Ook weer niet zo vreemd als bedenkt dat de anarchisten eigenlijk een groep waren (en zijn) die alleen voor hun eigen zaak gaan en geen hiërarchie (willen) kennen. Het beleg zou twee maanden duren, twee maanden met in het Alcázar gebrek aan zo ongeveer alles omdat bevoorrading onmogelijk was. De oorzaak van dat langdurige beleg moet met name gezocht worden in het feit dat de straten en straatjes van Toledo meer weg hebben van een doolhof dan een overdachte planning. Het is feitelijk een nachtmerrie voor degenen die een poging wilden wagen om een kaart te maken van de stad Toledo. Met name door het gebrek aan overzicht van de stad, hadden de milities uit Madrid de grootste moeite om aanvallen te plannen. Wel werd door inmiddels aangevoerde artillerie en bommenwerpers, het Alcázar zwaar beschadigd. Op zeker moment haalde men er zelfs mijnwerkers uit de regio Asturië bij om gangen te graven onder de Alcázar. Na het graven werden explosieven tot ontploffing gebracht onder het gebouw. De effecten daarvan bleken overschat te zijn, maar er kwamen toch gaten waardoor men aanvallen kon ondernemen. Het beleg duurde tot medio september. Generaal Franco was vanaf half juli met zijn leger van Moren en Spaanse Vreemdelinglegioen op weg naar Madrid. Het idee was om Madrid zo snel mogelijk in te nemen, voordat men daar de verdediging op orde zou hebben. Met het daadwerkelijk omver werpen van de regering daar, zou de opstand snel klaar zijn en Spanje aan de dictatuur onderworpen worden. Gezien echter de symbolische waarde van het Alcázar, besloot Franco eerst dat te gaan ontzetten. Het zou hem veel aanzien bezorgen van de kant van de nationalisten en de republiek een gevoelige, zij het symbolische slag toebrengen. Aanzien wat hem eerder gelukt was bij de Moren en het Vreemdelingenlegioen die hij de nodige overwinningen had bezorgd in Spaans Marokko. Aanzien wat er ook voor gezorgd had dat die soldaten hem blindelings gevolgd waren naar het vasteland van Spanje. Uiteindelijk werd het Alcázar inderdaad ontzet door Franco, maar het zorgde er wel voor dat de opmars naar Madrid met zo’n drie weken vertraagd was. Drie weken waarin Madrid er voor zorgde dat de verdediging goed genoeg in orde was om de aanvallen van Franco nog ruim twee jaar af te slaan. Franco heeft het Alcázar volledig laten herbouwen om er weer een opleidingsgarnizoen van te maken. Vanzelfsprekend als je aan de symbolische waarde er van denkt. Tegenwoordig is het een bibliotheek en museum.
Het Alcázar tegenwoordig
Het Alcázar veranderd in een puinhoop