De Spaanse Burgeroorlog (1936-39)
Je bent bezoeker
© Cor Faber en Ellen Bijma Laatste onderhoud website maart2024
Franco-aanhangers op Ameland
De Spaanse Burgeroorlog begon op 18 juli 1936 als een opstand van het leger (soms wordt 17 juli aangehouden). Die opstand begon in Spaans Marokko en verspreidde zich al snel naar het Spaanse vasteland. Om Franco te helpen werden Moorse soldaten (80-85.000) door het Duitsland van Hitler met vliegtuigen overgezet van Marokko naar het zuiden van Spanje. De bedoeling was om zo snel mogelijk door te stoten naar Madrid en zo de regering ten val te brengen, een staatsgreep dus. Maar generaal Franco besloot om eerste het Alcázar in Toledo, 60 kilometer te zuiden van Madrid, te gaan ontzetten (zie bijzondere verhalen: Het beleg van het Alcázar). Dat werd belegerd door milities uit met name Madrid. Dat ontzetten lukte, maar zorgde er wel voor dat de opmars naar Madrid met drie weken vertraagd werd. Drie weken die Madrid gebruikte om zijn verdediging in orde te brengen en zo de overwinning van Franco kon tegenhouden tot 31 maart 1939. Met de inname van Madrid werd de Spaanse Burgeroorlog afgesloten en begon de dictatuur van Franco. Die zou duren tot aan zijn overlijden in 1975.
De gevechten vonden weliswaar plaats in Spanje, maar het was zeker geen lokaal Spaans gebeuren. Wereldwijd waren allerlei landen er op de een of andere manier bij betrokken. Daarbij moet je denken aan de (illegale) wapenhandel, maar ook het feit dat 40- 45.000 vrijwilligers vanuit veel landen naar Spanje gingen om te vechten tegen Franco, de Internationale Brigades. Daaronder waren ook zo’n 650 Nederlanders. Maar Nederland had ook op een andere manier met die oorlog te maken: Franco-aanhangers die asiel kregen in Nederland en onder andere op Ameland terecht kwamen.
Spanje was in 1936 een republiek sinds 1931 en Madrid was een republikeins bolwerk. Toch waren er een aantal inwoners fervente Franco-aanhangers. Maar na het uitbreken van de opstand waren die hun leven niet meer zeker. Daarvoor eigenlijk ook al niet, maar nu beslist niet. Zo’n 450 van hen zochten hun toevlucht tot diverse ambassades. Van hen kwamen er 75 terecht in de Nederlandse ambassade in Madrid. Maar een ambassade is niet geschikt voor bewoning en dus huurde de ambassade een paar gebouwen er naast om de vluchtelingen in onder te brengen. Dat kon natuurlijk niet lang duren en dus werd besloten dat ze dan maar naar Nederland moesten uitwijken als asielzoekers. Ze werden op transport gezet naar de havenstad Valencia aan de Middellandse Zee. Dat gebeurde midden in de nacht om te voorkomen dat ze onderweg tegengehouden zouden worden. De vrijgeleide die men kreeg vanuit Madrid, zou onderweg naar Valencia wel eens niet overal kunnen werken. Men werd hier en daar nog wel uitgejouwd wanneer een dorp werd gepasseerd en bewoners daar op de hoogte bleken te zijn van het transport. Vanuit Valencia ging het met de boot naar de Franse havenstad Marseille en vandaar met de trein richting Nederland.
In Nederland werden de Spanjaarden ondergebracht in o.a. Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Ze mochten hier blijven op voorwaarde dat ze niet zouden proberen terug naar Spanje te gaan en men moest zich dan ook regelmatig melden bij het politiebureau. Terugkeren naar Spanje mocht niet omdat, als die Spanjaarden mee zouden gaan vechten, het beeld zou zijn dat Nederland dus hulp verleend had en dus niet neutraal zou zijn geweest. De Nederlandse bevolking keek ook wisselend naar de komst van die Spanjaarden. De linkse kant, de socialisten en communisten, vonden het maar niets om fascisten toe te laten. De katholieke kerk daarentegen richtte een steuncomité op om ze op te vangen. De kerk zag ze niet als fascisten, maar als slachtoffers van geloofsvervolging. Franco wilde immers het katholieke geloof in Spanje in ere herstellen. Althans, zo werd het gebracht. Geschiedenis is tijdloos en net als tegenwoordig zijn asielzoekers niet altijd welkom. Op een aantal plaatsen in Nederland braken vechtpartijen uit tussen de Spanjaarden en de plaatselijke bevolking. In die gevallen werd er voor herplaatsing op een andere lokatie gekozen. Ondanks het verbod waren er een aantal Spanjaarden die toch probeerden terug te gaan naar Spanje. De meesten daarvan werden opgepakt, soms zelfs in het buitenland en weer teruggestuurd naar Nederland. Men zat er een beetje mee in zijn maag, wat nu? Besloten werd dat de vluchtgevaarlijken, en dat waren bijna allemaal vrijgezelle mannen, geïnterneerd zouden worden op Ameland. De Waddenzee vormde immers een natuurlijke hindernis die niet eenvoudig genomen kon worden. De Spanjaarden werden onder andere onder gebracht in hotel de Boer. Ook werden er een aantal politieagenten gedetacheerd op Ameland. Onder hen was Hendrik Alkema uit Friesland. Op de foto hiernaast staat hij samen met een paar van die Spanjaarden. Onder die Spanjaarden waren ook twee leden van het koninklijk huis in Spanje van het geslacht De Bourbon. Natuurlijk werden er ook op Ameland plannen gemaakt om te ontsnappen, maar die verdwenen al snel toen bleek dat die niet haalbaar waren.
Op Ameland was een vakantieoord van de SDAP, de socialistische partij. Men maakte zich grote zorgen of er geen botsingen zouden ontstaan tussen de Nederlandse socialisten en de Spaanse fascisten. Dat bleek in de praktijk gelukkig mee te vallen.
Over het algemeen was er een gemoedelijke sfeer op het eiland. Men vermaakte zich onder andere met voetballen, pingpong en domino spelen. De Amelanders maakten zich niet zo druk over hun Spaanse gasten. Het eiland was toen al een bekend toeristische bestemming en bij toeristen vraag je je niet af wat de achtergrond is, zolang er maar geld aan ze wordt verdiend. Een van de Spanjaarden, Pedro, knoopte een relatie aan met een jongedame, Riemke. Uit die relatie werd een meisje geboren, Annelies. Toen de vader naar Spanje terugging, heeft hij nooit meer iets van zich laten horen. Annelies heeft nog wel twee halfzussen ontmoet, maar haar vader zelf heeft ze nooit gezien.
Toen rond maart 1939 het duidelijk was dat Franco de oorlog eigenlijk al gewonnen had, vertrokken de Spanjaarden weer naar Spanje.
Voor de (Nederlandstalige) documentaire van het VPRO- programma Andere Tijden, klik hier.
Een van de lijsten met namen van de Spaanse “gasten”
Aankomst in Roosendaal
Hotel de Boer op Ameland
Agent Hendrik Alkema tussen een paar Spanjaarden
Het verenigingsgebouw Excelcior van de SDAP
Uiterst rechts Pedro
Spaanse asielzoekers in Nederland